Bezwaar box 3 (vermogensbelasting)

Plannen kabinet om inkomen uit vermogen in box 3 rechtvaardigen te belasten
Vanaf 2026 zal er een nieuw stelsel komen waarin het werkelijke rendement op vermogen wordt belast.

Voor de tussenliggende jaren wordt een overbruggingswetgeving gehanteerd. Deze wetgeving gaat uit van de werkelijke verdeling tussen het spaargeld, beleggingen en schulden, maar vervolgens wordt het vermogen wel belast o.b.v. een forfaitair rendement.

Bij de overbruggingswetgeving hanteert de belastingdienst een lager forfaitair rendement op spaargeld dan op bijvoorbeeld beleggingen.

Het is belangrijk om goed te kijken welke verdeling voor u van toepassing is, wellicht is het interessant om hierin wijzigingen aan te brengen waardoor u fors minder belasting betaald.

Vermogensbelasting tot en met 2020
Tot en met 2020 hanteerde de belastingdienst een vaste vermogensmix. Iedereen betaalde hetzelfde forfaitaire rendement ongeacht of het vermogen grotendeels uit spaargeld of beleggingen bestond. Door dit systeem betaalden mensen met spaargeld (met doorgaans een laag rendement) teveel belasting. Beleggers (doorgaans met een hoger rendement) betaalden juist te weinig.

De Hoge Raad heeft eind vorig jaar uitgesproken dat deze systematiek oneerlijk is. Het kabinet herstelt de berekende vermogensbelasting over 2017 tot en met 2020 voor iedereen die bezwaar heeft gemaakt en voor iedereen in de jaren 2021 + 2022.

Er is ook een massaal bezwaar plus procedure gestart waarmee aangevochten wordt dat ook de mensen die geen bezwaar hebben gemaakt in 2017 tot en met 2020 toch een compensatie krijgen. Het Ministerie van Financiën heeft kenbaar gemaakt dat niet-bezwaarmakers over de jaren 2017-2020 - die geen verzoek om ambtshalve vermindering indienen - dezelfde rechten hebben als niet-bezwaarmakers die wel een verzoek om ambtshalve vermindering hebben ingediend.

Het indienen van een verzoek voor de jaren 2017-2020 voor niet-bezwaarmakers is hierdoor niet meer nodig. 

Recent

Archive

Categories

Tags

no tags